Gebruik restwarmte van koudeproces

Warmte die vrijkomt door het koudeproces, kan ergens anders in een gebouw hergebruikt worden, denk bijvoorbeeld aan verwarming in de ruimte of voor warm tapwater. De warmte kan rechtstreeks gebruikt worden in een andere werkruimte, of via een tussenmedium overgedragen worden via bijvoorbeeld een persgasboiler. In ieder gebouw kunnen processen plaatsvinden waarbij warmte vrijkomt. Deze warmte kan wellicht ergens anders in een gebouw of een ander proces nuttig worden (her)gebruikt.

Enkele voorbeelden:

  • In een supermarkt met een centraal systeem kan restwarmte nuttig gebruikt worden. Dit betekent vaak een leuke besparing op aardgas.
  • In een opslag- en transportbedrijf kan de restwarmte eveneens nuttig gebruikt worden. Ook hier kunnen besparingen behoorlijk oplopen op de energiefactuur.
  • Ook in de detailhandel waar gekoelde producten worden opgeslagen zal voornamelijk warmte vrijkomen (door compressoren van koel- en vriesinstallaties). Deze warmte kan dan als ruimteverwarming worden benut. De investeringskosten om restwarmte te hergebruiken zijn sterk afhankelijk van de soort toepassing.
  • Het direct in een werkruimte blazen van de warmte: dit zit vaak vervat in de bouwtechnische kosten.
  • Door gebruik van een persgasboiler voor het verwarmen van tapwater. Hierdoor zijn standaard oplossingen beschikbaar. De kosten zijn te overzien.
  • Wanneer een warmtewisselaar op het persgascircuit wordt aangesloten ten behoeve van ruimteverwarming is een redelijke investering te verwachten.
  • Wanneer warmte wordt teruggewonnen uit koelinstallaties van machines (industrie), met behulp van een warmtepomp en gebruikt wordt voor ruimteverwarming, zijn de investeringen forser.

Bij het hergebruiken van de restwarmte moet rekening worden gehouden met de draaitijden van het actieve proces, aangezien dan alleen restwarmte beschikbaar is. Alleen wanneer de periode van warmtevraag (gedeeltelijk) samenvalt met de tijd waarin het proces restwarmte levert, kan deze restwarmte nuttig worden gebruikt. In de meeste gebouwen is de vraag naar warmte geconcentreerd in de ochtenduren als het gebouw moet worden opgewarmd en tijdens werkuren kan er vraag zijn naar warm tapwater.

De mogelijkheid om daadwerkelijk warmte in een gebouw te hergebruiken, is onder andere afhankelijk van de temperatuur van de vrijgekomen warmte en de temperatuur dat voor ruimteverwarming of warm tapwater noodzakelijk is.

In bepaalde situaties is de warmte rechtstreeks te gebruiken door de warmte die vrijkomt (bijvoorbeeld warme lucht) direct in een werkruimte in te blazen.

De vrijgekomen warmte kan ook via een tussenmedium worden overgedragen. Denk hier bijvoorbeeld aan het benutten van de warmte afkomstig van een koelinstallatie, waarbij de warmte via een watercircuit met behulp van een warmtewisselaar, de warmte aan de hete persgassen (persgasleiding vanaf de compressor naar de condensor) onttrekt.

Indien de restwarmte een lagere temperatuur heeft dan de noodzakelijke warmte, kan worden overwogen om de temperatuur met een warmtepomp te verhogen.

Ongeveer 60 procent van de totale proceskosten wordt gewoonlijk besteed aan energie, dus daar liggen ook de grootste potentiële kostenbesparingen. Op die manier voorkomt men dat restwarmte wordt verspild. Dit levert dan energiebesparingen op en een verlaging van de CO2-uitstoot. Het minimaliseert het energieverbruik en verlaagt zo uiteindelijk de operationele kosten, waardoor de cirkel weer rond is.